Bram en ik zijn het er over eens, het is waarschijnlijk het zwaarste wat we
ooit in ons leven hebben gedaan. We hebben de top van montanja Potosi als eerste bereikt. De eerste dag gingen we met onze gids ijs klimmen op een gletsjer, hij leerde ons hoe we onze ice pick en
grampones moesten gebruiken. Deze dag was nog niet zwaar, het was meer leuk om te leren klauteren in een ijsmuur in het mooie weer. We keerden daarna dan ook weer terug naar het basiskamp. De
volgende dag was het weer totaal omgeslagen, het sneeuwde, stormde en onweerde. Na 3 uur gewacht te hebben tot de storm een beetje ging liggen besloot de gids dat we toch naar high camp mochten.
Vier uur klimmen met een grote backpack op je rug zonder een hand voor ogen te kunnen zien. Eenmaal aangekomen gingen we meteen eten en slapen. Om 12 uur 's nachts ging de wekker namelijk en
vertrokken we met onze hoofdlampen op in het pikke donker naar de top.
Een beetje dromerig maar vol nieuwe energie en moed volgden Bram en ik precies de voetsporen van onze niet Engels sprekende gids. Met zijn drieën aan een touw zakten we bij elke stap bijna tot aan
onze knieën in de verse sneeuw. Zolang je maar het ritme blijft volgen en aan niets denkt gaat het haast vanzelf. Na een paar uur begin je moeite te krijgen met ademen en langzaam krijg je
barstende hoofdpijn door de hoogte. Je hebt totaal geen honger of dorst maar moet af en toe toch wat eten en water drinken voor energie. Als Bram of ik terug zouden willen gaan moesten we allebei
stoppen dus we besloten steeds gewoon door te gaan. Om half 7 kwam de zon op en waren we nog niet bij de top. Volgens de gids was het te gevaarlijk om naar de top te gaan en was er een grote kans
op lawines. Dus wachten we maar en maakte we foto's alsof we op de top waren. Na tien minuten kwam er een andere groep met een zelfverzekerde gids die zei: "wij gaan naar de top". Na een korte
discussie tussen de gidsen en een telefoongesprek kwam er groen licht. We mochten naar de top maar met een omweg vanwege lawinegevaar. Na een uur hijgen, zweten en hoofdpijn verbijten waren we dan
eindelijk op de top! Je kon alles zien: de stad La Paz, Lake Titicaca en alle andere bergen die kleiner waren dan onze berg. 6088 meter bereiken, wat gaf dit een kick!
De volgende dag was Bram ziek en heb ik van Death Road gemountainbiked. Een hele vette ervaring maar een beetje te toeristisch. Je komt geen verkeer meer tegen en het is niet zo gevaarlijk als ze
zeggen. Bovendien ga je alleen maar bergafwaarts en doe je de stukken omhoog met een bus. Na 2 dagen was Bram weer beter en gingen we 6 dagen de jungle in. Met een mini vliegtuigje voor precies 14
personen stegen we op vanaf La Paz Airport. Na 45 minuten waren we alweer geland op een minuscuul vliegveldje midden in de jungle (lees: een brede weg met een huisje ernaast). Met een grote jeep en
daarna een boot dwars door de Jungle. Aan het begin waren de krokodillen, exotische vogels en capibarra's nog bijzonder maar dat veranderde snel omdat ze echt overal waren. De kleine aapjes bleef
ik wel bijzonder vinden. Het was veel in de boot zitten en om je heen kijken wat heerlijk relaxed was.
Er zijn twee nadelen aan deze prachtige omgeving. Muggen, hoe goed je je ook insmeert met 50% Deed, ze blijven steken en ook gewoon door je kleren heen. Daarnaast is het zo vochtig dat je de hele
tijd zweet, ook na een verfrissende koude douche zweet je weer na 2 minuten. Dat mocht de pret in onze groep niet drukken. We hebben een hele leuke Duitse jongen ontmoet, Daniel. Het klikte meteen
tussen ons drieën. Hij heeft dezelfde (flauwe) humor, is sportief en overal voor in. Toen we met roze dolfijnen mochten zwemmen lagen wij als eerste in het water. Dit was toch wel het hoogtepunt
van de jungletocht. Tussen de piranha's kaaimannen van wel 6 meter en alligators zwemmen met roze dolfijnen! Deze houden de roofdieren weg en vinden het leuk als er mensen komen zwemmen. Ze komen
vlak voor je neus boven om gedag te zeggen en knagen speels aan je voeten. Dit was wel even schrikken aan het begin. Toen de dolfijnen uit het zicht verdwenen waren hebben we met een stukje touw en
vers vlees piranha's gevangen en die stonden 's avonds ook op het menu.
Met onze nieuwe vriend Daniel, zijn we na de jungle met zijn drieën verder gaan reizen. Na een turbulente vlucht terug naar La Paz hebben we de bus naar Uyuni genomen. Uyuni staat bekend om zijn
prachtige zoutvlaktes en velen kleurrijke meren en vulkanen. Dit klopt inderdaad. Het was erg gaaf om in een jeep rond gereden te worden en op de mooiste plekken uit te kunnen stappen. We hebben
veel perspectieffoto's gemaakt op de zoutvlaktes, genoten van zonsonder en opgang en prachtige lagoons met duizenden flamingo's gezien. Ook heb je hier veel geisers en hot springs waar we de
laatste dag in hebben gezwommen.
Mijn plan was om na Salar de Uyuni terug te keren en naar het oosten van Bolivia te reizen. Dit plan heb ik gewijzigd omdat we erg dicht bij de grens van Chili waren en Bram en Daniel naar San
Pedro de Atacama gingen (de droogste woestijn ter wereld). Zo konden we nog bijna een week samen reizen. Het fijne van reizen is dat je je route gewoon kan wijzigen als je daar tijd voor hebt en
dat heb ik. Chili is een veel minder corrupt land dan Peru en Bolivia, de mensen zijn er vriendelijker en de bussen zijn veel luxer. Dit merk je dan ook in de prijs. Ik heb nog nooit 14.000 betaald
voor een pizza. Dit is dan gelukkig ook in Peso's (€1 - ong 700 Pesos). In San Pedro hebben we 2 dagen mountainbikes gehuurd en door de woestijn gefietst. We vroegen ons al af waarom wij geen
andere toeristen tegen kwamen. Maar dat antwoord kwam vanzelf, de andere toeristen gingen pas eind van de middag iets doen en sliepen 's middags. Wij hadden daar maling aan en gingen op het heetst
van de dag, smeerden ons goed in en namen genoeg water mee. Daardoor was het prima vol te houden. In de woestijn was een hele andere warmte dan in de jungle. Je zweet minder maar hebt meer dorst.
' S avonds hebben we een dag een sterrentour gedaan. Wat een gave sterrenhemel heb je in Chili, ik kan ineens sterrenbeelden herkennen en zou in het donker als ik verdwaald ben naar het zuiden
kunnen lopen. Niet dat je daar iets aan hebt. Ook hebben we een avond gesandboard vanaf grote zandduinen. Ik had hier heel veel van verwacht maar dit viel erg tegen omdat je heel erg langzaam gaat
en nauwelijks kan sturen. We waren meer omhoog aan het lopen en zand aan het happen dan dat we echt plezier hadden. Bram en ik hadden zo enthousiast over onze bergbeklimming verteld dat Daniel ook
graag zoiets wilde doen. We hebben als afsluiting van ons samen reizen een vulkaan van 6012 meter beklommen. Dit is ons allemaal gelukt en het kostte een stuk minder moeite dan de vorige keer. Er
lag namelijk geen sneeuw en je had geen ander materiaal nodig dan warme kleren. Alleen de hoogte speelde een rol en we hadden dan ook barstende koppijn achteraf. Maar wel weer meer dan 6000 meter
bereikt!
Daniël reist voor kerst terug vanuit Argentinië en is naar Salta gelift. Bram en ik zijn naar een dorpje aan de zee in het noorden van Chili gegaan. Hier hebben wij een dag op het strand gelegen en
gesurfd, althans geprobeerd. Het leek meer op steeds van een surfplank afspringen als er een golf aan kwam. Daarom hebben we onze surfplank maar snel omgeruild voor bodyboards wat eigenlijk veel
leuker was. ' S avonds heb ik bus naar Sucre (Bolivia) genomen en Bram bleef in Chili. Het was gek om afscheid te nemen omdat we toch bijna 6 weken samen gereisd hebben. Maar we ontmoeten vast
beide weer nieuwe mensen en hebben enorm genoten van het samen reizen.
Ik reis nu naar Sucre waar ik kerst vier. Daarna ga ik dan toch eindelijk naar Brazilië. Waarschijnlijk via Paraguay en de Iguazu watervallen. Mijn doel is om met oud en nieuw in Rio de Janeiro te
zijn. Leuk de reacties op mijn blog te lezen :) Een hele fijne kerst gewenst en alvast een gelukkig nieuw jaar!
Tot het volgende reisverslag.
X Jochem